RVV2016: Dé Hoogmis: 2 april, 15 pedaalridders, 1 Ronde…
VOORWOORD…
Beste lezers,
Eerst moet ik mij verontschuldigen voor het uitblijven van het ultieme verslag van dé uitdaging van de Scheldetrappers. Maar deze gebeurtenis kon ik niet enkel vanuit mijn standpunt vertellen omdat er toch 15 ridders, 4 groepen waren die deze dag op hun manier beleefd hebben. Omdat niet iedereen zo gedreven op zijn pen rijdt zoals Ridder Timotheüs de Saint-Amand, heeft het toch enige tijd in beslag genomen om de verslagen uit de verschillende groepen per postduif in mijn kasteel(tje) te mogen ontvangen. Ik hoop op jullie begrip, zo niet mag u steeds de degens opnemen en ten kruistocht tegen ‘de Scheldetrappers van de Ronde van Vlaanderen’ trekken. Maar ik waarschuw u…Hét zijn stuk voor stuk helden…voor geen uitdaging bevreesd.
D-day -1: Vrijdag Ten Landhuize De Colve:
Zoals steeds begonnen de Scheldetrappers goed georganiseerd aan de afreis naar Brugge de dag voor de Ronde. Alles mooi ingeladen, iedereen mooi op tijd ten Huyze van Ridder Koeckeloerius waar mooi 9 stalen rossen in het paard van Troje werden ingeladen, alsook de zadeltassen met materiaal om het weekend goed door te komen. Ridder Yvanderus Megasnellus had al krachtvoer voorzien voor die avond en bereidde reeds 3 ton spaghettisaus met gehakt van Vlaamse Heuvels. 14u en netjes op tijd, vertrokken we in volle galop richting Brugge. Gelukkig dat het naar Brugge was en hadden we, net zoals de voetbalploeg, geen prijs… maar dan met de file. Het was even zoeken voor het juiste graafschap maar gelukkig waren er ook slimme ridders die toch wat gezond verstand meekregen en zagen dat de GPS niet altijd gevolgd dient te worden. Het verblijf: Nou, ik kan niet zeggen dat we al slechter gezeten hebben want hierin zijn we steeds kieskeurig maar dit was toch weer groter en anders. Een oude hoeve die volledig gemoderniseerd werd met alles wat 15 ridders en een verkenner nodig hebben om hun optimaal te kunnen voorbereiden op de grote dag. Tijdens de rondleiding van de verpachter merkte de voorzitter op dat nogal weinig aandacht werd geschonken aan de slaapkamer op het gelijkvloers, amper 5 treden te doen. Ik dacht bij mezelf… dit zou wel eens handig kunnen zijn na 240km fietsen en keerde tijdens de rondleiding even terug naar deze ‘vergeten’ slaapkamer en ik kan zeggen: balzaal was een beter woord geweest. In plaats van op te warmen in de kou buiten op de grindweg, kon ik evengoed toertjes rijden voor mijn bed en nóg meer afstand per toer afleggen dan in ’t Kuipke van Gent. Gigantisch en opgeëist door de voorzitter Timotheüs. Aangezien Ridder Bhjöronimus later arriveerde werd Ridder Joseph S.-Trabajo uitverkoren om de kamer te delen met de voorzitter omdat hij voldeed aan 2 belangrijke criteria nl kalm/rustig karakter EN niet snurken.
Alles perfect tot in de puntjes voorbereid tot…we aan de ronde tafel zaten en keken waar we ons startpakket moesten afhalen. Bleek dat dat niet in Kasteel Jan Breydel was maar in de oude voorstad van de Vlaamse Ardennen nl Oedenoarde. Te paard toch een kleine 7u terug huiswaarts. Gelukkig hadden we Ridder Cannibaalus Tompoes mee die zijn superpaard met 7 PK meehad waardoor de reistijd naar het start-(of aankomst-) dorp herleid werd tot ‘amper’ 1u. Ondertussen waren de achtergebleven Ridders druk in de weer met het bereiden van het laatste avondmaal namelijk Spagheuzze come à casa di Inzé. Grote potten werden boven het haardvuur opgewarmd en klaargestoomd om het laatste bord pasta van die overdadige koolhydratenweek naar binnen te spelen zodat iedereen klaar zou zijn voor de grote Kruistocht. Iedereen had zoveel gegeten dat de 3 ton spaghettisaus geslonken was tot 3 gram gehakt en een aangebakken ajuintje. Spijtig dat er nog 4 ridders onderweg waren die ook een portie beloofd werden. In allerijl even naar de plaatselijke kruidenier ‘Car E Four’ om enkele Miracolieuze potten en gegarandeerd zouden ze het verschil niet smaken door de grote honger voor de grote tocht…En zo geschiedde.
Na het eten begon de voorzitter aan zijn niet te onderschatten taak: De troepen klaarstomen voor de oorlog. Normaal gezien waren we met 16 ridders die naar de oorlog zouden trekken maar 2 dagen voor de strijd hadden we te maken met een deserteur die het hazenpad richting Frankrijk koos en nog steeds door de club gezocht wordt voor Desertie en de dood met door oneindig luisteren naar Celine Dion verdient. Maar ik denk dat hij dat geen marteldood zal vinden. Om mijn verhaal van de motivatie verder te zetten. Normaal waren er 16 ridders die ten strijde trokken maar nu 15. Voor de gelegenheid had de voorzitter 16 motiverende spreuken op papier geprint en omhoog gehangen in de welkomstzaal voor zijn slaapzaal. Alle ridders werden na het diner samengeroepen in de oorlogszaal om te starten met hun briefing voor de dag erna. Bundels met het af te leggen parcours en beschrijving van de obstakels, tactiek, geheugensteuntjes…alles werd uitgedeeld aan de strijders die voor 100% werden voorbereid op de strijd die hen te wachten stond. Niets werd aan het toeval overgelaten, taken werden verdeeld…Zo kon iedereen nog een laatste suikerhoudende drank tot zich nemen en gerust gaan slapen in de stallen nadat hun ros nog een klein proviand en nazicht kreeg alvorens deze los te laten in de zwerm laagvliegers.
D-day: 15 koene pedaalridders aan de start, hun verhalen…
Zaterdag 2 april 2016. De dag die elke Scheldetrapper zich levendig zal herinneren als de dag dat hij om 5u30 uit zijn bed kwam om 129 of 237km te fietsen in wat de 100ste Ronde van Vlaanderen zou zijn. Jurgen en Bjorn zorgden voor het ontbijt. Eieren, spek, pannenkoeken werden opgewarmd of gecreëerd. Onder stress bedolven skeletten in koerstenue kropen met hun voetjes onder tafel op dit onmenselijke uur. De ene zijn eetlust was al iets groter dan de andere, nietwaar SRRS? Die niet meer binnenkreeg dat de klinkers: e, u en y. Wat hem later duur te staan zou komen. 6u45 was het tijdstip dat iedereen klaar moest staan voor het Landhuis. Voor de ene iets moeilijker dan de andere werden ze lichtelijk gestimuleerd door de sprekende klok van de Wstreet.
Na dit prachtige fotomoment vertrokken de pedaalridders van de 227km richting start, grote markt Brugge. De andere 6 zouden per auto/bus naar de start te Oudenaarde rijden om daar van start te gaan en te wachten op de aankomst van Early Birds. In het donker over de grindweg mét lichtjes richting start te Brugge. Waar we net op tijd (of te laat) aankwamen want op het moment dat de start gegeven werd stomrden de eerste ridders weg. We geen voet aan grond moeten zetten en konden vlotjes beginnen aan de kruistocht (aanloop) van 97km richting Vlaamse Ardennen, richting Oudenaarde. We begonnen de dag samen, maar al snel zouden we splitsen in verschillende groepen die elk hun eigen verhaal van deze dag zouden schrijven…
De 6 ridders van de kleine Ronde – 129km
Wie het kleine niet eert, thuis best.
Deze jongens begonnen dag met een rit van 1u richting Oudenaarde en daar parking zoeken om hun tocht te kunnen starten. De 6 rijders die deze kortere tocht aanvatten waren jongens die ergens wel de ambitie hadden om de grote te rijden maar door omstandigheden moesten afhaken en ook 3 renners waarvoor de 129km al een uitdaging op zich was wegens de korte carrière en de weinige ervaring op de fiets.
Jurgen, Stef en Tim G wilden oorspronkelijk de volledige afstand afleggen maar Jurgen moest door zijn moeilijk werkschema afhaken. Tim G had de laatste maanden te kampen gekregen met wat gezondheidsproblemen hier en daar. Net zoals Stef die sinds zijn overstap van de fiets op het snowboard en terug, last kreeg van zijn knie en niet pijnvrij kon rijden wegens overbelasting. In het professionele ziekenhuis van Bornem vonden ze niets en werd fit verklaard voor de 129km.
Hierbij het verslag vanuit het oogpunt van Tim G aka de Smalle:
In de loop van vrijdagavond werd er verzameld in het plaatselijke wielerhotel van huis De Colve. Na een uitgebreide bloemlezing van de voorzitter over het plaatselijke parcours en de tactische les was het tijd om te gaan slapen. Ondergetekende, Tim G, lag met De Bornem Bullet Pauwels S, Cuyper, VDH Junior en Juju op de kamer. Wat wij niet wisten was dat we in de loop van de nacht nog meer lesmomenten kregen van Juju en Cuyper, namelijk: “hoe leg ik zo snel mogelijk een bos om (op zijn Van Den Heuvels gezegd)”.
Voordat we goed en wel ingedommeld waren was het alweer tijd om op te staan. Tijd voor onze eerste afspraak van het jaar. Eens uit je bed voelde je al de spanning en de stress van de andere jongens die de (grote) ronde gingen rijden. Immodiummekes werden er geslikt om de racekak tegen te gaan, schietgebedjes werden er gepreveld om de pech zo ver mogelijk van ons weg te houden…
Nog 5 minuten en we vertrekken eeeey mannekes werd er geroepen! Niet voor de jongens van de babygiro. Zij konden rustig wakker worden en ontbijten. Nadat alles opgeruimd en ingepakt werd was het tijd om de rit met de auto aan te vatten naar oudenaarde, 1u stress voor onderweg.
Eens aangekomen in Oudenaarde was het tijd om aan het grote werk te beginnen. De onderlinge afspraak die gemaakt werd: iedereen rijdt op zijn eigen tempo naar boven op de heuvels/kasseien en we wachten dan op mekaar. Tot er halt werden geroepen door Juju. “Men hartslag meter werkt ni goe”. Na dit oponthoud konden we onze tocht verder zetten. Kilometers werden er gereden, kasseien verslonden. Pauwels werd zenuwachtig en naarstig keek hij altijd naar zijn achterband die hij de avond voordien wel tot 7 maal 70 maal had opgepompt, afgelaten en weer opgepompt na urenlange research op het wereldwijdeweb over de juiste bandendruk. 6.5 bar? Of toch 7? Neenee, 6.8 bar moet het doen. Maar het lot was hem niet gunstig….EEN LEEGLOPER. We beslisten om te stoppen en de band te vervangen. Wat normaal 5 minuten in beslag neemt, duurde nu toch wel zekers 30 minuten. Foute binnenband, de sjupap te kort. “Gvd!” hier en daar. De spanning werd groter, bommeke dat niet naar behoren werkte, nog meer spanning, “heeft er iemand een pompke?” werd er al geroepen. Overal spanning…behalve in zijn band. Eindelijk kreeg Stef zijn achterband op druk. Maar op welke druk was La Question Jambon? “Niet teveel e”, werd er al geroepen. “Neenee nog wat bij doen”. Stef wist het allemaal zo goed niet meer. De volgwagen (Tim VDH Junior) werd al opgevorderd van de A-groep (tot Timo’s ergernis, zie verder verslag C-team) om zo vlug als mogelijk langs te komen zodat de band op gewenste druk (6.5? 6.8? 7? Of was het 7.2?) kon gezet worden en dat Stef zorgeloos deze tocht zou kunnen afwerken.
Na enkele kilometers verder gefietst te hebben, kwamen we boven en was volgwagen van dienst (dank Tim VDH Junior!)met de verlossende pomp met drukmeter. “Oef” moest Stef wel gedacht hebben. We konden terug zorgeloos verder peddelen. Er werd nog wat gekeuveld, gedronken en gegeten bij de verschillende bevoorradingen. “Goed eten e mannekes want de koppenberg komt eraan”. Wat we al konden vermoeden en konden zien vanop de zijkant: Het was over de koppen lopen op die Koppenberg. Vandaar zijn naam? Er zat geen beklimming in óp de fiets maar deze keer wel een rondje te voet op “De puist van Melden”. De rest is geschiedenis…
Op de voorlaatste bevoorrading lichte Juju ons in van zijn aanvalsplan, net zoals VDB zijn overwinning in de Giro verklapte aan zijn vrouw-in-spe. Hij ging de Pater opknallen om daarna door te rijden en zo geschiedde ook. Juju was zo goed dat we hem in de verte niet meer konden herkennen. De Redbull gaf hem duidelijk vleugels… OF hij moest snel naar toilet, dat kon ook.
Na 131 km waren we eindelijk aan de eindmeet. Moe maar voldaan. Hier hadden we voor getraind, ons al eens choco gereden in de winter. Maar wat nog straffer was (is), wij waren nog aan het uithijgen van onze tocht komt daar toch al de Cannibaal van de Brandheide (227 km) over de meet gereden. 10 minuutjes na ons. Respect!
Wat mij is bijgebleven van deze ongelofelijke dag en tocht :
- Voor de 227 km kom ik duidelijk nog wat te kort.
- Hoe wondermooi de Vlaamse Ardennen wel zijn
- Dat kasseien rotdingen zijn voor een lichtgewicht als ik.
- Ik de hele dag (weekend)op pad ben geweest met geweldige kompanen/flandriens.
- Maar al te goed besef waarvoor WVC staat in onze clubnaam.
Dank aan Tim G voor het verslag!
Het A-team: Hors catégorie: Tom C, Gerald K en Ivan Inzé
Onder het luiden van de kerkklokken vertrokken we met de ganse groep vanop de Grote Markt van Brugge waarbij we letterlijk aangevuurd werden door een vuurboog. De gezellige drukte in de straten van Brugge werd verlaten en de groep werd stilaan uit elkaar getrokken wanneer de bredere wegen betreden werden. Na een 10-tal km besloten drie musketiers om het tempo iets te verhogen en mee te schuiven met een groep dat net dat tikkeltje sneller reed. Gerald, Ivan en Tom waren vertrokken… En werden niet meer terug gezien. Er werd steeds goed mee geschoven met verschillende groepen en al vlug werd de eerste bevoorrading bereikt. Onderweg merkten we af en toe nog een glimp op van “onze man in de wagen”. Na een korte eerste bevoorrading en sanitaire stop sloten we weer aan bij een volgende groep. Vermits de wegen vlak bleven, bleef ook het tempo vrij hoog zodat we zelden of nooit onder de 30km/u kwamen. Gerald en Ivan voelden zich zelfs zo goed om zich hier en daar even op kop te zetten om een gaatje naar een volgende groep te dichten. Tom had echter goed naar Johan Museeuw geluisterd en dacht alleen maar sparen, sparen, sparen. Bij de tweede bevoorrading werden er al wat vestimentaire aanpassingen gedaan want nu ging het toch stilaan beginnen….
De eerste kasseistrook na 97km werd bereikt met een gemiddelde snelheid van 30km/u. Ook al voelden we het nog niet echt, toch was er hier en daar al wat twijfel of dit tempo van de eerste uurtjes ons later op de dag niet zuur zou opbreken. Na de Wolvenberg begon de blaas van Tom “Serruysgewijs” op te spelen. Even dacht hij nog door te rijden tot de volgende bevoorrading maar de kasseitjes van de Ruiterstraat verplichtten hem om toch even halt te houden. Gerald bleef even wachten en Ivan peddelde rustig door en wachtte ons verder weer op. Met de Molenberg en de Paddestraat kwam er een eerste lichte afscheiding. Gerald en Tom reden lichtjes weg en Ivan besliste om gewoon zijn eigen tempo te rijden en ons vanop afstand in het vizier te houden. Ook hier kwam de bevoorrading welgekomen. Ondertussen begonnen we de “Whatsappekes” te lezen en beseften we dat we de volgwagen waarschijnlijk niet zouden zien vandaag…
Met na de bevoorrading onmiddellijk de Leberg en de Berendries werd het drietal opnieuw opgesplitst in een duo en een eenzaat. Gerald voelde de benen niet en kwam steeds boven met een tiental meter voorsprong op Tom. Deze laatste kende een hongerklopje en moest (geloof het of niet, het staat nu op “papier”) harken om steeds zijn wagonnetje aan te hangen. In het tussenstuk tussen de Valkenberg en de Eikenberg kon hij echter voldoende recupereren en op de Eikenberg was dit dipje alweer voorbij. Ook Ivan kwam bij de bevoorrading weer aansluiten. Hij bleef gewoon op eigen tempo en ervaring rijden en kwam daardoor ook niet echt in de problemen. Km167 was dus bereikt en gingen we naar de Koppenberg. Met toch enige terughoudendheid vertrokken we na de bevoorrading richting de “Bult van Melden”. Wat gaat het daar worden? Zullen we kunnen blijven fietsen? Wat geeft dat bultje voor gevoel in de benen na dit aantal kms…
In de aanloop zagen we al enkele stappende fietsers de bult opklauteren en vreesden we het ergste. Gerald zette zich op kop en laveerde mooi tussen zijn voorgangers door op weg naar de top. Tom liet een veilige tussenafstand tussen zichzelf en zijn voorganger en dat was nodig, want deze laatste besloot plots even de kasseien te voelen waardoor Tom maar net door het gootje kon komen en zo zijn weg verder zette. Achter mij moesten er echter anderen voet aan grond zetten waardoor Ivan ook de weg werd versperd en te voet stond. Gerald en Tom kwamen bijna zij aan zij boven en gingen de afdaling in richting steenweg om de Mariaborrestraat en de Steenbeekdries aan te vangen. In de aanloop hier naartoe kwamen we tot de conclusie dat dit niet echt ons ding zou zijn en we hoopten dat dit snel achter de rug zou zijn. Gerald nam de Mariaborrestraat voor zijn rekening maar op de Steenbeekdries kwam er plots een eerste barstje in zijn pantser. Even een kort zwakker momentje, maar in de afdaling van de Stationsstraat zaten we weer mooi samen. Veel tijd om te recupereren hadden we niet want de “Boonenberg” kwam er aan. Ook hier moest Gerald even wat ruimte laten aan Tom die zijn weg vanaf hier even alleen verder zette. Kaperij en Kanarie werden individueel afgewerkt. Op de laatste bevoorrading werd er opnieuw gewacht op iedereen zodat we de laatste dertig samen konden aanvatten.
De Kruisberg zorgde echter opnieuw voor, een ditmaal definitieve, afscheiding. Bij het bovenkomen had Tom een kleine voorsprong en bij het stuk naar de verkeerslichten toe, kon hij nog mee glippen met een peloton dat werd doorgelaten. Tien seconden na het passeren van het kruispunt hoorde hij echter het strenge politiefluitje en bij het achterom kijken stelde hij vast dat hij alleen mee was van het drietal. Vermits de anderen toch enkele minuten werden opgehouden was het vanaf hier een individueel stuk voor het drietal. Tom voelde zich almaar beter en ging nog eens goed door op de Hotond en de Karnemelkbeekstraat om dan het laatste duo kanjers aan te vangen. De klim van de Kwaremont werd op eigen tempo gereden en op de vlakkere uitloper durfde hij het zelfs aan om “hem op de grote plaat” te leggen. In de afzink naar de Paterberg zorgde hij ervoor dat hij alleen opdraaide waardoor hij voldoende ruimte had om ook deze naar boven te fietsen. Net zoals op de Koppenberg moesten de stappende fietsers ook hier vaak aangespoord worden om opzij te gaan maar gelukkig lukte het om tot aan de top te fietsen. Nog 12 kilometer….
Op de laatste vlakke stroken pikte hij aan bij voorbij komende peloton en werd de snelheid opgedreven naar 40km/u en meer. Gelukkig moest er maar één kopbeurtje gedaan worden en duurde dit amper 500m. In deze laatste stukken werden er nog twee Scheldetrappers van de korte lus voorbijgereden zonder dat het opgemerkt werd door één van hen. Met een voldaan gevoel reed Tom over de meet waar hij enkele verbazende gezichten zag van het vijftal Scheldetrappers die de kortere lus tot een goed einde hadden gebracht. Xavier en Hans volgden op een tweetal minuten.
Gerald kwam een zestal minuten later binnen en had dus blijkbaar niet veel tijd meer verloren na de opstopping aan de Kruisberg. Ook Ivan bleef in de buurt en kwam op 11 minuten binnen. We reden gezamenlijk naar de Kubus waar een goede braadworst of hamburger ons opnieuw op krachten bracht.
Dank aan Tom C voor het verslag!
Het B-team: Vitesse lager maar nog snel genoeg: Bart DC, Bjorn DC en Rutger VL
Tijdens de aanloop naar Oudenaarde voelde Bart, Bjorn en Rutger hun benen niet maar er sloop toch twijfel in hun hoofd. Meegaan met de sneller rijdende groepen? Hadden we Calle&co niet moeten volgen? Sparen we onze benen? Later zou blijken dat de gekozen de beste was.
Met 6 begonnen we aan de eerste beklimming van de dag namelijk: de Wolvenberg. Met 3 bij elkaar kwamen we boven, de andere 3 werden opgegeten door andere roedels die de berg bestoven. Er werd even rondgekeken, wat doen we? Wachten of doorrijden? We besloten rustig door te rijden tot aan de Molenberg en dan verder te kijken. In de aanloop naar de Molenberg was het Bart die zijn parcourskennis etaleerde. Links blijven jongens, daar liggen de kassei het beste. Rechts ligt hem heel slecht! Zo ‘vlogen’ de 3 kompanen van het B-team de Molenberg op. Boven werd er snel even overlegd en nog sneller beslist om dan maar samen door te rijden met 3. Het tempo ging terug iets de hoogte in maar toch met enige schrik om niet tegen de figuurlijke muur te lopen (maar die die ligt al enkele jaren niet meer in het parcours). Na de Paddenstraat volgde de Leberg. Bjorn riep snel zijn medevluchters toe dat boven zijn vrouw en kroost hem stonden op te wachten en dat gaf hem vleugels. Bovengekomen gingen de 3 kopjes de lucht in op zoek en al snel werden ze gespot bij volger VDH Junior. Korte bevoorrading aan de wagen en weg ware we voor de volgende 100km.
Later zouden we ze nog boven op de Taaienberg en Kruisberg en in de afdaling van de Kanarieberg tegen komen. VDH Junior zagen we enkel op de Kruisberg waar hij met appelcake op ons stond te wachten. Bart was immers zijn rijsttaartjes vergeten en stuurde VDH erom naar de bakker. Jammer maar helaas waren deze uitverkocht en appelcake zou immers troost brengen. Tussendoor werd er geregeld is gepolst naar de benen maar bleek ieder op een ander moment wel eens een moeilijk moment te kennen. Er werd gevloekt op de steile tussenstukken maar stilaan kwamen we in de zone van de waarheid. Eén ding viel wel op: elke helling werd gestart in dezelfde volgorde, Bart, Bjorn en Rutger en bijna elke beklimming had hetzelfde verloop. Bart liep wat uit op Bjorn. Bjorn vergrootte zijn voorsprong op Rutger maar tegen het einde van de klim kwam Rutger terug tot bij Bjorn en bleef de startvolgorde ook de eindvolgorde.
De Koppenberg kwam eraan. Bart vroeg voorzichtig of we niet de omleiding zouden volgen eens het te druk bleek. Er werd al snel besloten: “Als we hem doen dan doen we het goed”. Er was warempel niet al teveel volk. Dus begonnen we eraan in de vast volgorde van elke klim. Op het steilste stuk bleek er toch wat meer volk SRRS zijn voorbeeld te volgen en parkeerden ze gezwind. Zonder parkeerstrook of parkeerwachters is dit vragen om problemen. Toen gebeurde het…Voor Bart viel iemand en week Bart mee naar links. Gevolg: voet aan grond maar wel plaats gemaakt voor Bjorn die langs rechts voorbij kon en zonder veel verder problemen (slalom) tot boven voort kon. Achter hem moest ook Rutger uit de pedalen door een minder begaafd klimmer die hem de weg versperde. Boven werd even op elkaar gewacht en verhaal gehaald. En wederom: weg waren ze.
De andere hellingen en stroken werden uiteraard weer in dezelfde volgorde genomen en steeds met de kleine reserve uit voorzichtigheid. Dan moest het 2-luik Kwaremont/Paterberg nog komen. Na de Karnemelkbeekstraat werd vlug nog wat druivensuiker/gellekes/nougat/winegums en sportdrank naar binnen gewerkt. De energie was stilaan uit de benen en wat extra zou zeker geen kwaad kunnen. De Oude Kwaremont werd zonder veel problemen afgewerkt en dus vertrokken we met een ei in de broek richting de laatste helling. Voor de 3 Flandriens in wording was het uur van de waarheid aangebroken en doemde de laatste zware beproeving van de dag op. Iedereen kroop zoals Van Marcke omhoog. Maar eens boven voelden we ons alle 3 Sagan. Even op elkaar wachten. Effe drinken en weg waren we richting Oudenaarde. Er werd eens naar elkaar gelachen. Maar alle drie (zeker ikzelf) waren we even in onszelf gekeerd. We reden hier godverdomme de RVV2016 uit!
Eens op de grote weg werd het tempo opgetrokken. 32, 33, 34 op de teller! Nog even wat paaltjes ontwijken en daar was de laatste rechte lijn. De 3 jongens van het B team (ik zoek nog altijd naar een naam voor de Rudi om echt in dit team thuis te horen samen met Bart en Bjorn) gingen naast elkaar rijden. Effe genieten, een vuistje en elkaar op de schouder kloppen. Geen grote emoties maar enorm fier op wat we samen gedaan hadden.
Dank aan Bjorn voor het verslag!
Het C-team: Keep Calm and keep peddeling: Timo, Joost G en Joeri SRRS
Ik ga het proberen kort houden maar kan niets beloven. Het is niet makkelijk om dit verhaal van 227km in enkele alinea’s, pagina’s te vertellen want voor mij startte het eigenlijk op 28/02/2015, exact 399 dagen vóór de start van de 100ste Ronde van Vlaanderen. Dé dag dat mij proberen breken heeft…en niet alleen figuurlijk. Het was de dag waarop ik een enkel- en kuitbeenbreuk ‘kreeg’ van een ex-ploegmaat die gefrustreerd was omdat wij en niet zij, op 28/02/2015 dé ploeg van ’t stad Bornem. De meesten weten het verhaal wel… Maar toen ik op 5 april 2015 in mijn zetel, mijn toenmalig bed, lag te ‘genieten’ van de Ronde van Vlaanderen en zag dat in 2016 de 100ste editie gereden zou worden heb ik geen minuut getwijfeld om hiervan een doel te maken voor mezelf om (hopelijk) een donkere periode af te sluiten. Ik kan zeggen dat ik voor 90% de oude ben, met die andere 10% kan ik leven omdat het mij niet belet om te fietsen maar wel om te voetballen/lopen en andere dingen die toch bijna achter de rug zijn gezien mijn sportieve leeftijd. Maar voor fietsen ben je nooit te oud! Dus op 5 april 2015 maakte ik het evenement aan op de Facebookgroep van de WVC en trommelde trappers op om mij uit de wind te zetten. Direct sprongen er vele enthousiastelingen op die graag mee de 227km zouden meerijden. Tot ze hoorden dat we dicht echt wel goed gingen aanpakken en niet als het ons past. Zoals je kon lezen werd de voorbije winter hard getraind in alle omstandigheden en werden ook de trainingskilometers naarmate de Ronde dichterbij sloop, opgevoerd. Achteraf gezien kunnen we evalueren dat we het goed aangepakt hebben, geen overkill, niet te weinig. Want als ze vragen: “En hoe ist gegaan?” Zeg ik steeds: “Comfortabel uitgereden met één zwak moment tussen kilometers 190-205 maar wel te boven gekomen”. Nergens een teken dat de kilometers of uren te veel waren of dat de training te weinig was geweest. Een pluim voor elke renner die de voorbije winter aanwezig is geweest zodat het steeds aangenaam vertoeven of afzien was.
Vrijdag nog even de startpaketten afhalen, het wedstrijdblad (zoals de échte) tekenen en we konden ons ‘prepareren’ op de grote dag.
Zaterdagochtend…7u…Grote markt Brugge…Net op tijd want het startsein werd net gegeven. De meute vertrok zoals zaadcellen die in een vagina werden losgelaten…Naar overal reden ze tegelijk zelf enkele minder intelligente die tegen de stroming probeerden te zwemmen. Gelukkig zouden deze niet als eerste aankomen :O Ook al twijfel ik soms of het steeds de beste exemplaren zijn die de het eerst toekomen. Kijk maar naar Boerenpaard Hayman die Roubaix wint voor raspaard Boonen. Sorry, het moest er nog een laatste keer af. Je zou denken dat er snel enkele pelotons zouden gevormd worden en meestal in verschillende snelheden…maar niets is minder waar. Het was van bij de start tot kilometer 100 een constante race tegen jezelf en tegen de voorbijrazende pelotons. Alle tactische besprekingen ten spijt, een peloton dat maximum 27 kilometer per uur reed was onbestaande! 32-33-35-37-40 per uur. Pelotons genoeg! Natuurlijk het is vlak, de wind redelijk gunstig en als we dan door zwermen voorbij gestoken werden…weet je dat iemand van de groep wel zal volgen waardoor de rest mee aansluit. Dit ging goed, het tempo lag hoog maar niets deed vermoeden op de Garmin (hartslag) dat we te snel reden, maar ja, we hebben nog nooit 227km gereden dus wie weet wreekt zich dat ergens? SRRS werd er zenuwachtig van. Zo zenuwachtig dat zelfs een stop elke 15km ipv de traditionele 30km nodig was. Toch even kijken naar een volgende peloton dat passeert en aansluiten, hopen op een menselijk tempo maar we leken wel met 6000 profs op stap die een hele winter 6x per week getraind hadden en zeker 2 hoogtestages op Mars hadden meegenomen. Ie-de-reen vloog werkelijk. We reden zo snel dat we met volgman Tim moesten afspreken om ons te bellen waar hij zou verschijnen want we reden hem voor we het goed en wel beseften 2-3x voorbij. Zelfs voor hem ging het zo snel dat hij moest anticiperen want soms waren we gewoon al gepasseerd wanneer hij ons belde om te zeggen waar hij zou staan. Het was even aftasten en zoeken maar duidelijke afspraken werden via het oortje gemaakt. Zelfs een bevoorrading vooraan in het peloton kon erin gestoken worden en de situatie normaliseerde. Het A-team trok er op uit, het B- en C-team bleven nog tot de eerste bevoorrading samen en zouden dan na de eerste beklimming splitsen aangezien zij de betere patsers waren.
Toen waren ze nog met 3…
SRRS voelde al snel dat die snelle opener hem duur te staan zou komen en vroeg dan ook om het tempo wat minderen want de benen liepen toen al een beetje leeg. Hij vreesde voor de derde week op rij voor een leegloper in de benen en zo zou geschieden… Maar tot de 2de bevoorrading zou alles nog goed gaan. Pas na 90km voelde Joeri zijn maag opspelen en begon daar de lijdensweg die nog zeker 100km zou duren. Srrs’ Lichaam weigerde elke vorm van voedsel en drank. Tim VDH besefte ook wel dat het C-team de meeste assistentie zou nodig hebben en verkoos dan ook om hen bij te staan in plaats van de krachtpatsers die ervoor reden. Maar natuurlijk zouden de jongens van de Babygiro hem even nodig hebben (lees: lekke band Pauwels en zijn mentale broosheid, hoofdstuk: De 6 ridders van de kleine ronde). Afgesproken voor de Paddestraat voor de bevoorrading maar die bleek ná de Paddestraat te liggen en Tim VDH die niet te bespeuren was? Dit zat niet in het strakke schema van de veuzitter. Even polsen waar de volgwagen was: op de Leberg godbetert! Ik heb u nu nodig om mijn banden af te laten… OK dan even op gevoel wat aflaten, Joost even technische bijstand vragen in de bevoorrading en SRRS die het rode kruis een bezoek bracht voor een Rennietje. Achteraf bleek het eerder een ReMMietje te zijn. Even zijn gegevens op de 100 verschillende pagina’s invullen, bekertje water en doorslikken maar. Komop jongens we zijn door naar het eerste zwaartepunt van deze Ronde: Haaghoek-Leberg-Berendries-Valkenberg om dan even op adem te komen om de Eikenberg (of is het EikeLberg?). Gelukkig kwam de volgauto ook Carmen, vrouw van Bjorn, tegen na de Leberg waar we eindelijk de bandenspanning konden optimaliseren. Carmen zou zich focussen op het B-Team en Tim op het C-team die duidelijk een mentor nodig zouden hebben
voor SRRS, die het andere duo op de Valkenberg losliet en op zijn eigen vleugels probeerde te vliegen. Echter, ging het van kwaad naar erger. Het bolde of rolde niet meer maar botste of knotste. Zelfs vlak voelde aan alsof hij met platte banden reed, dartelen omhoog zat er (alweer) niet in. Het was echt harken doordat zijn reserves opraakte omdat hij al sinds kilometer 90 niets meer gegeten had. Mentaal oplapwerk van Timo en Joost mochten niet baten…voor de beklimming van de Eikenberg nam SRRS de quote die boven het wegdek hing tijdens de beklimming “Unless you puke, faint or die, keep going!” iets te SeRRjeuS. Het moest van zijn maag en hij spuwde een mooie pannenkoek voor de voet van de Eikenberg. Moest er iemand dit tussendoortje van Joeri terugvinden, gelieve dit terug naar de rechtmatige eigenaar op te sturen via BE Post. Timo en Joost stonden op de top bij Tim VDH te wachten. SRRS had ons ondertussen via het oortje doorgebeld wat zicht net had afgespeeld. De minuten streken voorbij maar geen SRRS te bespeuren. Ongeruste blikken kruisten elkaar, een opgave werd gevreesd voor de eens zo Gevleugelde Adelaar van Puurs. Tim zei al, ”rij maar door, ik zal nog proberen hem op zijn fiets te houden”.
Toch kwam een vijftal minuutjes later de verlossende boodschap door het oortje: “Goed nieuw, de SRRS is op zijn fiets gekropen!”. Maar we waren wel op weg naar de Koppenberg he mannekes. De Bult van Melden gelijk ze zeggen…Via het smalle fietspad in het wiel van een trio, doemde hij links achter de bomen op. We hoopten op vrije doorgang maar eens links opgedraaid wisten we dat dit een moeilijke passage zou worden. Blijkbaar was er dezelfde dag ook een wandeltocht die op de Koppenberg passeerde. Timo begon voor Joost aan de Koppenberg, niet te snel, een gat met de voorganger moest er iets gebeuren dat je kon anticiperen…richting het steile stuk waar veel volk te voet stond…de voorganger vertraagde bewust. “Ik laat even een gat om door te rijden”. “Ok”, dacht de voorzitter, allemaal goed maar straks springt de Garmin op auto-pauze. Spijtig genoeg bleek de voorganger helemaal niet beter te kunnen, viel hij bijna stil waardoor hij naar rechts moest uitwijken. Natuurlijk reed de voorzitter daar rechts en moest hij ook uitwijken met een valpartij tot gevolg…Joost voet aan grond en SRRS die tot op enkele hectometers genaderd was, stond ook te voet. De meters te voet waren zwaarder dan met de fiets. Doordat er toch wat water van de voorbije dagen naar beneden sijpelde werd het zand modder. Door die modder hadden al X-100 renners doorgestapt met hun schoenplaatjes. Het was een smeerboel! Constant uitschuiven op de modder met de fiets aan de hand op een stuk dat +20% aangaf. De hel voor de rug. Vanaf er terug wat ruimte kwam kropen Joost en de voorzitter, door hulp van de nadar en een supporter die het startende duwtje gaf, terug op hun besmeurde ros en trokken verder ten strijde. Dit was dan ook weer achter de rug. Niet zoals gewenst maar hé TIS KOERS!
Lang rust hadden we niet, maar de Mariaborrestraat (wat een slechte kasseien), Steenbeekdries (ook hier) en Boonenberg (Taaienberg) zouden snel volgen. Boven op de Taaienberg zou Tim og eens staan wachten om wat foto’s en proviand te geven en toch eens te monsteren naar de kopkes. Maar die zaten bij Joost en Timo zeker nog ok. Het derde wiel aan de wagen reed ergens, maar we wisten niet waar. Dus besloten we na 5 minuten om toch door te rijden. Tim zou weer het nodige oplapwerk hebben met SRRS maar toch zat hij na 180km nog steeds op zijn fiets maar wel al 90km zonder te eten of te drinken. Joost kreeg het wat moeilijker op de tussenstukken waar Timo toch voordeel haalde uit zijn aantal kilometers die hij de weken ervoor had gedaan. Joost had sinds Ronquières namelijk geen ‘centenaire’ meer gereden en was toch wat bang wat de magische grens van 160km zou brengen. Asfalt omhoog was Joost steeds de betere van Timo, die toch vlotter over de kasseien reed ook al weegt hij kg minder dan Joost. Maar ook Timo zou zijn zwak moment nog krijgen. Kaperij kassei en berg werden verteerd maar op de Kanarieberg ging het moeizaam, maar even doorbijten want boven zou Tim staan om nog eens wat moed in te praten. Eens boven gekomen, de hoek om en tot grote verbazing stond daar SRRS al aan de wagen. Hij de laatste bevoorrading overgeslagen was zo voor het olijke duo terecht gekomen maar op de Kanarieberg zou hij zijn tweede pannenkoek leggen en dat was er één teveel. EXIT SRRS na 190km die gereden heeft voor wat hij waard was, maar jammer genoeg volledig leeg door een te weinig aan koolhydraten/suikers/vocht. Timo en Joost reden verder de Kruisberg en Hotond op waar ze nog luid aangemoedigd werden door de volgwagen met SRRS in. Maar de 2 roken de eindmeet. Niets zou hen nog stoppen. Na de Zure(Karne)Melkbeekstraat was Timo zijn dip voorbij en konden we bibberend aftellen naar de Paterberg. Want tijdens de laatste bevoorrading kregen we de mededeling dat de Oude Kwaremont afgesloten werd wegens een overlijden (RIP). Et was een dubbel gevoel: aan de ene kant opgelucht want de Kwaaremooo, zoals De Cauwer het zegt, is toch lang en moeilijk na zoveel kilometers maar aan de andere kant spijtig want we zijn hier nu en het is toch niet hetzelfde als je de Kwaremont niet opgereden bent. Maar er was niets aan te doen. In het zog van enkelen daalden we af, rechts van ons zagen we de Kwaremont liggen. We roken de geschiedenis die daar geschreven werd.
- Cancellara die daar Sagan eraf reed in 2015 bijvoorbeeld.
- Het standbeeld van wijlen Karel ‘Heeren, vertrekt” Van Wijnendaele, de stichter van de Ronde, op de top. Elke grasspriet ademt koers. Als er veel wind is hoor je het gras zingen als kettingen die draaien rond de tandwielen.
Maar die lag dus rechts. We volgden onze voorgangers, beneden naar rechts de smalle wegen in tot Timo plots tegen Joost zegt: “Dit is toch de weg naar de Kwaremont? Ofnie?”. En inderdaad vals pat omhoog en daar doemde het bordje: Oude Kwaremont, 2200meter lang. De langste geplaveide beklimming in Vlaanderen. Joost reed op het eerste steile stuk weg. Timo zocht naar zijn ritme en kreeg plots een oproep in zijn oortje. “Dag schatje, ben je al op dat stuk waar die ene gestorven is?” Mijn antwoord: ‘zucht…zucht…ik…zucht…ben…zucht…er just aan…zucht…bezig…Zucht”. “Oei, dan ga ik u laten doen, goed? Daag” en ze haakte in. “Amai, als ge dat allemaal nog kunt” klink het van de renner in Quickstep tenue die zich rechts van Timo bevond. “Ja, ik weet het, straks aan Kwaremontplein leggen we hem op de grote he, gelijk d’echte!”. De man moest lachen en verklaarde de voorzitter zot maar kreeg toch een grijs kleurde toen die daad bij het woord voegde en aan Kwaremont plein overschakelde op de grote gelijk de grote. Joost werd weer groter want Timo had dat de vorige avond al eens meegedeeld dat de profs daar de grote molen ronddraaien en tegen het einde maar liefst 50-60 per uur halen! Tim zou daar geen 50 rijden maar Joost kon niet meer dan een “OLA” prevelen wanneer de feuzitter zijn vleugels vond en het laatste stuk in volle galop nam en Joost achterliet. Eens weer op de grote baan gekomen moet je nog steeds het Cancellara-stuk omhoog. Daar is steeds de bevoorrading en zou Cancellara vallen en geen 2de Ronde aan zijn palmares kunnen toevoegen. Timo reed op eigen tempo omhoog tot Joost weer de aansluiting zou vinden om dan de laatste helling van de dag op te zoeken: de Paterberg. Opkomende krampen, het zag er niet goed uit voor de voorzitter. Dansen op de pedalen zou een njet worden. Maar gelukkig moet dat ook niet op de Pater. Er zou toch enkel maar een pattinage gezet worden. Met een klein hartje begonnen we zij aan zij aan de Pater. Boven zag je de supporters staan die de fietsers naar boven schreeuwden. In tegenstelling tot de Koppen was hier helemaal niet veel volk, dat kon ook zijn door het late uur. Het was toen al 17u45 en de meeste renners van de kleinere tochten zouden dan al gepasseerd moeten zijn. Maar 2 weken geleden reden we deze al met succes op tijdens onze Dwars door Vlaanderen, maar dat was na 90 kilometer, nu was het na 217! kilometer. Doseren was de boodschap. Rustig beginnen en alles geven op het steile stuk. Onze tanden konden bijna in ons stuur bijten, de poep zo ver mogelijk naar achter op het zadel en maar stoempen tot boven maar het zou ons lukken! Boven even uithijgen, even bekomen, even laten bezinken en dan de afdaling in. Timo smeet zich als Il Falco naar beneden, vol van adrenaline want hij besefte: WE DID IT! De man die 5 jaar geleden bang had als hij in groep de dijk op moest rijden, schrik om eraf gereden te worden op het vlakke, de man die 4 jaar geleden nog 2u45 nodig had om de Mont Ventoux op te rijden, 3 jaar geleden nog geen 200meter kop kon doen zonder te ontploffen die een jaar geleden een scheen- en kuitbeenbreuk had, zou nu de volledige Ronde van Vlaanderen 227km (nogmaals) comfortabel uitrijden. Die afdaling was best emotioneel maar eens beneden was er geen tijd te verliezen, er stonden nog 11 trappers te wachten aan de aankomst. Timo had er zin in en trok door maar besefte op tijd dat Joost ook nog achter was. Joost bracht met zijn laatste pijl nog wat volk mee in het wiel en bij Timo kriebelde het. Licht bergaf en de wind in de rug…dat vraagt om tempo en we zetten ons beide op kop van het peloton en brachten de lotgenoten mee naar Oudenaarde. We sloten bij een groepje aan. Deze hadden wel nog zin in een spurtje. Dat moet je Calendish geen 2X zeggen. Hij zette zich in hun wiel…nog 3km…2…Ultimo Chilometro. Tempo ging de hoogte in, Joost haakte af, vat af. Timo zat katachtig achter het drietal, nog 500 meter…te ver. Nog 300 meter…te ver. Nog 150 meter, het is de moment! En net toen hij wou aanzetten met nog wel enkele sprinkhanen in zijn wiel besefte hij: “we zijn meer dan een wielerclub voorzitter. We hebben vandaag vanaf kilometer één samen gereden. Waarom dan nu alleen over de meet komen? Nee, zo zijn we niet.” en hij kneep, tot grote verbazing van zijn sprinkhanen, zijn remmen dicht op 50 meter van de meet waar hij zijn “medevluchter” opwachtte om arm op schouder SAMEN over de eindmeet te rijden. Sterk werk jongen! De weg naar de Cube over de Grote Markt was een roes. Allemaal helden, allemaal afgepeigerde lichamen met elk hun verhaal van de dag. In de Cube zaten alle trappers op ons te wachten. Vuistje hier, verhaaltje daar…de sfeer was top! Tot slot had de voorzitter voor de nieuwbakken Flandriens nog een T-shirt laten drukken met Yes, we did it! Op de achterzijde stonden alle beklimmingen van de dag. Nogmaals excuses dat dat niet het geval was voor de jongens van de 129km, maar deze fout werd inmiddels rechtgezet en iedereen heeft zijn T-shirt gekregen.
Natuurlijk wilde het peloton snel naar huis want daar stonden voor sommigen na een maandenlange drooglegging Orvals, Rocheforts, Pintjes etc etc op hen te wachten. Maar deze rit zou nog een uur duren alvorens we de eerste sinds nieuwjaar konden aftrekken. In Brugge aangekomen en nadat iedereen gewassen was werden er frieten en pizza’ gehaald en werden deze binnen geschrokt! Goh, dat smaakte maar wat minder smaakte op die avond was de eerste frisse Orval/Rochefort/Gouden Carolus na 4 maanden onthouding. De Orval ging in 30 keer naar binnen, de pint in 29 keer.
SLOTWOORD
Er werd die avond, de volgende ochtend en komende weken nog zeer uitbundig nagekaart over de verhalen die deze dag ‘geschreven’ werden. Iedereen wou zijn beleving van de dag vertellen aan iedereen die ernaar vroeg want er is geen mooiere en hardere sport dan wielrennen. Je begint en rijdt als TEAM maar je beleeft het individueel. Geen enkele koers/rit is hetzelfde, nooit zal je je vervelen. Rij je alleen, met 2 of met 100. De voorbije winter hebben we geen boek geschreven. Misschien zou het wel zo lijken moest je alle verhalen van de voorbereiding bundelen. Het zou wel kunnen dat het een boekenvorm begint aan te nemen. Maar ik kan zeggen dat dit niet meer dan één luttel hoofdstuk was in de nog prille geschiedenis van onze mooie club. WVC werd bewust gekozen omdat wij geen wielertoeristen zijn maar in de eerste plaats vrienden en dat is wat onze club speciaal maakt. WielerVriendenClub De Scheldetrappers, anno 2010 met amper? 31 leden maar wel 31 toppers waarvan de weg op een of andere met elkaar kruiste met één gemeenschappelijke deler: de liefde voor de fiets. Die liefde voor de fiets moet er zijn want anders zou je je niet thuis voelen. Want op 1 staat: op zondag om 8u30 aan de kerk met goede of slechte benen, met veel of weinig nachtrust met weinig of veel goesting om te fietsen maar met een enorme motivatie om mee te schrijven aan het boek dat nu geschreven wordt met 31 personages. Doelen zijn nodig om de mensen te motiveren om te blijven fietsen zodat ze weten waarvoor ze rijden en ze zelfs op een slechte dag even doorbijten om in het peloton te rijden. Wat is belangrijk bij een doel? “If you can dream it, it ain’t big enough.” Waarmee ik wil zeggen: als je denkt dat het haalbaar is, is het niet zwaar genoeg. Er moet uitdaging in zitten. Doelen voor volgend jaar worden aangehaald: Parijs-Roubaix, Superklassieker of eerder een klimklassieker? Nog even tijd om na te denken.
DANKWOORD
Ik zou graag alle renners willen bedanken die de voorbij winter meegereden hebben. Ik ga ze niet allemaal opnoemen maar ga enkele speciale vermeldingen geven omdat ze het om de een of andere reden verdienen.
Ten eerste wil ik raag Tim VDH Junior bedanken voor zijn grote aanwezigheid op de ritten, begeleiding en hulp aan de mindere goden tijdens de ritten. Natuurlijk ook voor zijn professionele volgwagen tijdens de Ronde. Het werd niet vermeld maar in zijn volgwagen zaten 3 GPS’en, laptop, werkbak en reservewielen voor iedereen. Hij kwam vrijdagavond laat toe en vertrok ook nog zaterdagavond om dan thuis de rit van de WIK nog up te loaden en zondag zelf te rijden met de WIK.
Johan De Leeuw Van Doregem heeft een hele winter alles meegereden, blonk in veel ritten uit, was er steeds bij slecht weer en gaf het broodnodige duwtje tijdens Wind-Wevelgem aan de voorzitter. Bedankt voor de voorbije winter Leeuw!
Just heel het epistel gelezen. Schitterend. Ik heb mij heel de winter en ook op de RVV geamuseerd. Een zeer toffe energieke bende die als groep boven zichzelf kan uitstijgen. Toppers. Wordt zeker vervolgd
Idee 2017 uitdaging Amstel Gold Race 245km (B&B VerdeSud als basis) of LBL 275km